Op een uitgelezen zaterdagmorgen, na wekenlang aanhoudende noordenwind was het eindelijk windstil, druppelden de deelnemers het fortterrein binnen. Marijke Overmars, lid van onze kring en gedreven vrijwilligster bij de stichting Uiteraard Uitermeer, ontving ons met koffie in Plofhuis 7. In dit huisje, waarvan de naam al doet vermoeden dat er vroeger kruit en munitie in opgeslagen lag, worden met enige regelmaat toneelvoorstellingen opgevoerd.
Aan de rondgang over het vier en halve hectare omvattende fortterrein ging de vertoning van een film vooraf, waarin te zien was hoe het torenfort had geleden onder jarenlange verwaarlozing. Hierbij moet vermeld worden dat het in 1954 door de militairen doelbewust deels is opgeblazen, met als argument dat het dan nooit meer als verdedigingswerk gebruikt kon worden. Onze rondleider, de heer Lieuwe Veerman, behoort tot de groep Weesper roeiers die, naast elf andere interesse tonende instanties en bedrijven, een plan voor het gehele terrein hadden ingediend bij de provincie. In 2006 kwam hun voorstel als overwinnaar uit de bus. De provincie Noord-Holland ging mee met het door Uiteraard Uitermeer aangedragen idee voor de toekomst: behoud door ontwikkeling.
Het fort dateert uit 1845 en was omringd door een gracht (die er nu inmiddels weer ligt). Een ophaalbrug gaf toegang tot het uit twee verdiepingen bestaande verdedigingswerk. Vanwege de uitvinding van de brisantbom onderging het in 1876 een volledige gedaanteverwisseling. De borstwering moest er aan geloven en de buitenmuur verdween rondom, tot aan het dak aan toe, onder een schuin aflopende aarden wal. Het fort lag daarna haast onzichtbaar in het omringende landschap.
In 2010 begon de aannemer met geld van de overheid aan het stabiliseren van dit danig in verval geraakte ronde torenfort. De muren kwamen rondom, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant, in de steigers te staan en het fort kreeg met kunst en vliegwerk haar contouren terug. Het rijst weer als vanouds op uit het omringende Vechtlandschap. Dankzij Uiteraard Uitermeer is het een opgeknapte, blijvende ruïne geworden, die later bijvoorbeeld kan dienen voor het opvoeren van openluchtspelen of zomeravondconcerten. Het nieuwe dak, bedekt met een mosachtige plant, vormde de uiteindelijke bekroning van een drie jaar durende restauratie. We mochten niet naar binnen omdat er nog steeds gevaar voor vallende stenen op de loer ligt. De bijgevoegde foto komt van de folder van het door de stichting verpachte, aan de Vecht liggende restaurant Uit en Meer. Het brandde vorig jaar volledig af, maar is sinds kort uit de as herrezen. Mocht u het soldatendiner rats, kuch en bonen (ratjetoe) willen proberen dan heeft u pech. Dat recept is allang niet meer voorhanden na 70 jaar vrede. U kunt er wel volop genieten van zowel eten en drinken als van het magnifieke uitzicht.
Al wandelend, luisterend en pratend kregen we een indruk van alles wat er zoal op het terrein is gebeurd en wat er nog komen gaat. Geld is daarvoor een onmisbare factor!
Vlakbij het gedeelte dat nog bij de provincie in gebruik is als uitrukpunt voor de gladheidsbestrijding, staat de enige overgeblevene van de drie remises waarin de kanonnen stonden opgeslagen. Tevens diende het als verblijf voor 52 manschappen. Het dak is bedekt met aarde, die het regenwater filtert dat daarna opgevangen wordt in een bassin. Net als vroeger bij het toen nog geheel intacte fort. De rest is het domein van vleermuizen, die door brievenbussen hun onderkomen naar believen in- en uit kunnen vliegen. Het dak zorgt bovendien voor een constante binnentemperatuur.
Na de oorlog liet defensie her en der op het terrein in totaal vijftien plofhuisjes voor de opslag van munitie bouwen. Er zijn er acht overgebleven. Alleen in plofhuis nr. 3 werkten toentertijd soldaten met munitie, zodat voor deze mensen extra bescherming tegen blikseminslag was geboden. Dat loste de genie op met het plaatsen van hoge metalen palen, op enige afstand, rondom het bewuste huisje. Het zogenaamde naar de uitvinder genoemde Faraday-principe.
De rondleiding eindigde waar hij was begonnen, in Plofhuis 7. Sommige deelnemers ploften even neer in een van de stoelen om bij te komen van de inspanning en de opgedane indrukken. Tijdens de wandeling stak rondleider Veerman zijn enthousiasme over alles wat er zoal te zien was op het fortterrein niet onder stoelen of banken.
Het lijkt mij het beste (als u geïnteresseerd bent) dat u er gewoon eens heen gaat, want u kunt overal vrij wandelen. Er ligt zelfs een bruggetje op het punt waar de ’s Gravelandsevaart in de Vecht uitmondt, zodat u een flink rondje kunt maken. Ik heb maar een deel van het geheel kunnen beschrijven.
Rest mij nog te melden dat torenfort Uitermeer deel uitmaakt van zowel de Nieuwe Hollandse Waterlinie als van de Stelling van Amsterdam. Dat waren twee uiterst doordachte verdedigingssystemen vanuit historisch perspectief bezien.
Verslag Gerard Baar; foto’s Johnny van Mourik.